Selecteer een pagina
Je komt er liever niet maar als je er toch bent is de architectuur van het UMCG een lust voor het oog. We zaten af en toe zacht pratend te kijken naar het plafond dat bestond uit tegels met rozenmotieven en de wand die was beschilderd met een tafereel van volgens mij veldbloemen.

Twee kinderen speelden met een treintje en waren een beetje luidruchtig maar dat mag want het zijn kinderen.

Plotseling schrokken we op door een stem die hard door de wachtkamer riep: “HAD JE GEBELD?”

We schrokken ons een hoedje. In een moment van verwarring zie je de wachtenden zich afvragen: Ik? Heb ik gebeld?

Hier en daar ging een hand aarzelend naar jaszak en handtas in een halfslachtige poging de mobiel tevoorschijn te toveren om te controleren wie we nu hadden gebeld.

“IK DACHT IK BEL MAAR EVEN TERUG!”

De harde stem was afkomstig van een vrouw die je qua lengte niet van zo’n stemvolume zou verdenken. Wat omvang betreft trouwens wel.

Wat volgde was een conversatie die blijkbaar zo interessant was dat we er geen woord van mochten missen. Wij sukkels, moesten wel even weten dat hier een zakenvrouw zat en de zaken dus gewoon doorgaan. Tijd is geld nietwaar?

Mevrouw sprak over de ontvangst van sollicitanten. Wij zwegen in diepe eerbied. Hier zat een vrouw die de touwtjes in handen had.

We keken allemaal wat bedremmeld voor ons uit. Behalve een van de kinderen, hij liet zijn treintje over de rails rijden terwijl de ander geschrokken de veilige schoot van zijn moeder had opgezocht.

Later bleek waarom dat ene jongetje zo onverstoorbaar bleef. Hij was dat gebulder wel gewend, de zakenvrouw was zijn moeder.

Moeder en zoon mochten bij de dokter naar binnen. Ze borg met tegenzin haar mobiel op, je zal ook maar gestoord worden in een belangrijk gesprek en voor ons was het toch ook zonde om zo’n interessante conversatie te missen, leek ze te denken.

Ze tilde haar zoon op en ploep! Een vetrol van formaat ontsnapte tussen haar broekband en het omhoog gekropen veel te strakke truitje.

Later zag ik haar weer. Nou, zien? Horen vooral! Ergens in de rij van de apotheek hoorden we “WACHT EVEN IK BEN ZO TERUG!”

De hele rij mensen leek te verstijven. Volgens mij durfde niemand meer van zijn plaats te gaan voordat ze terug kwam.

Sommige mensen blijven je heel lang bij.