Het is druk. Tientallen meerkoeten zwemmen door het dichte kroos en eten onafgebroken van de groene soep. Een paar waterhoentjes hebben hun schuilplaats in het riet verlaten en wagen zich ook tot op het midden van het water. Twee futen passeren, aan de kleuren te zien jonge exemplaren van dit jaar. Aan de zijkant snabbelt een koppeltje eenden vrolijk mee. Een aalscholver duikt onder om tientallen meters later pas weer boven te komen. Hij heeft een goed visgebied uitgekozen. Tientallen luchtbelletjes verraden al dagenlang dat hier scholen kleine visjes langszwemmen.
Sinds de storm van vorige week drijft er van alles voorbij. Van afgerukte takken tot polletjes riet die door het water en de wind zijn meegenomen. Af en toe neemt een meerkoet plaats op zo’n polletje en laat zich een stukje meedrijven. Een reiger heeft plaatsgenomen op ons vlot. Een oog gericht op het water en een op het huiskamerraam. Alert en op zijn hoede. De reiger is een vaste bezoeker van dit stukje water. Althans, ik neem aan dat het elke dag dezelfde is.
Soms landt hij een op een steiger, dan zoekt hij weer een visplekje tussen het riet. Gisteren verjoeg hij een meerkoet van zo’n drijvende rietpol. Dat was op zijn minst geen handige plek voor een grote reiger. Onder het gewicht van de vogel begon de pol te draaien en in plaats het op te geven probeerde de reiger uit alle macht om zijn nieuwe visplek te behouden. Dat betekende dat hij mee moest lopen om op zijn plaats te blijven. Dat gaf het effect van een loopband in een sportschool. Hij kon mijn lach onmogelijk horen maar ik zweer dat er een heel vals oog mijn kant op keek.